Eigen teksten
UN MONDE nabespreking : Volgorde : Gie, Laurent, Karel 7 maart 2023
Laurent
Het pesten trekt uiteraard alle aandacht – en terecht. Het is ook een belangrijk thema binnen de problematiek van ‘ sociale ongelijkheid in en door het onderwijs. Onderzoek toont immers aan dat pesten op school beduidend meer voor komt in samenlevingen die hoog scoren op de index (GINI) die de mate van sociale ongelijkheid aangeeft. Vanuit de vereniging waar armen het woord nemen wordt ook aangegeven dat veel van de kinderen uit gezinnen die in armoede leven – 15% toch - slachtoffer zijn van pesterijen en uitsluiting. Vanuit mijn eigen ervaring als PMS medewerker ( indertijd), kan ik niet anders dan dit bevestigen.
De film toont evenwel meer dan pesten , hij raakt meer thema’s aan die m.i. de moeite waard zijn op bij stil te staan..
Ik wou er 3 in het midden brengen, telkens verwijzend naar bepaalde beelden en scènes
Met aandacht bij de les kunnen zijn...
We zien Nora verschillende keren afdwalen, niet bij de les kunnen komen of zoals Pennac het zegt “ niet in de tegenwoordige tijd van de les kunnen zijn en blijven omdat ze ‘bezet’ of emotioneel belast is met zorgen om haar broer. We zien haar ook woedend en dwars reageren op eis van de nieuwe juf om haar plaats af te staan en we begrijpen dit als een reactie op het verlies van een ‘ positieve binding met de vorige juf’ Agnes.
We kunnen dit doortrekken...hoe vaak zijn kinderen niet ‘afwezig’ of “dwars’ op grond van spanningen en zorgen die ze in hun lijf dragen; spanningen als gevolg van ‘ breuken of verstoringen ‘ in het sociaal – emotioneel veld op school of thuis; spanningen thuis die het gevolg kunnen zijn de permanente stress in het gezin dat leeft in armoede of in een situatie van maatschappelijke uisluiting of achterstelling.
citaat “ Uit onderzoek blijkt dat armoede mensen verandert. Niet hun motivatie, maar wel hun denken. Het chronisch gebrek aan geld geeft zoveel zorgen en stress dat de aandacht en mentale ruimte van mensen in armoede in beslag genomen wordt door onmiddellijke problemen die van dag tot dag ophopen “ DS 27/03/2023 column van Bram Vervliet en Wim Van Lancker : Armoede verandert mensen.
Dit citaat leert ons ook dat naast of bovenop de ‘emotionele en mentale belasting’, die kinderen die leven in situaties van armoede en uitsluiting, meekrijgen ze in het gezin allicht ook minder schoolondersteuning zullen ondervinden omdat het de ouders daartoe aan mentale ruimte - en dus niet aan motivatie- ontbreekt. Verder leren we dat om als school een ‘kansenschepper’ te kunnen zijn er meer nodig is dan wat de school kan bieden...het is ook nodig dat de ‘overheid’ ervoor zou zorgt alle gezinnen die door armoede getroffen worden meer inkomenszekerheid te beiden.
tot slot nog dit : Het niet opmerken en verzorgen van de ‘ emotionele belasting en spanning kan tot escalaties, schorsingen en uitsluitingen leiden en definitief vroegtijdig schoolverlaten . We zien het trouwens in de film ook gebeuren. Nora wordt aan de deur gezet !
Op gelijke hoogte komen:
We zijn getuige van een aantal interacties en gesprekjes tussen Nora en haar interim juf Agnes . Deze interacties dragen alle de kenmerken van een dialogische communicatie. Juf Agnes merkt op dat er iets scheelt met Nora , ze is attent aanwezig, ze onderbreekt en maakt tijd vrij , zet zich op gelijke ooghoogte , is één en al aandacht en maakt ruimte om het verhaal van Nora te ontvangen , om haar eventueel uit te leggen wat er aan de hand en om van daaruit, te doen wat mogelijk ( en dit vaak is dat niet veel ), nodig of noodzakelijk is om gepaste hulp te bieden : denk maar aan het samen repareren van de verjaardagkaartjes. Alle elementen van een beweging naar het zoeken van afstemming, zijn in de kleine interacties tussen Agnes en Nora te vinden. Het zijn daarbij niet enkel de woorden die van tel zijn . maar ook en misschien vooral de gebaren, de houding, de blik, de stem : het spontane en gepaste nabij komen - lijfelijk en relationeel – doch zonder dit te doen vanuit de eigen nood of behoefte doch vanuit een zorg voor/om de ander ...denk voor dit laatste aan de scène waarbij Nora komt afscheid nemen van Agnes...ze is ontroerd doch ook terughoudend..Agnes zegt bv niet “ ik zal je missen “ – maar ,geruststellend “ het komt goed “
Dit zijn geen bewust geplande zorginterventies, maar kleine gebaren, bewegingen van aandacht en toewijding – ontmoetingen die er werkelijk toe doen bij het verzorgen van de kwaliteit van het samenleven . ..
Dit contrasteert met wat we de toezichthoudend juf op de speelplaats zien doen. Dit is zeker ook een mens met een goed hart en goede bedoelingen , maar wel belast met de primaire zorg voor het volgen van de regels en de afspraken die een ordelijk verloop van de activiteiten moeten waarborgen, : je mag bijvoorbeeld niet van plaats veranderen in de refter; je moet direct terug naar de klas gaan; in de WC’s speelt men niet ; op de speelplaats wordt niet gevochten; met een dode vogel speelt men niet enz....Hier geen onderbreken in de zin van tijd en ruimte maken om op gelijke hoogte te komen en om te luisteren naar wat er aan de hand is of gaande is. Hier geen beweging gericht op een afstemmen op wat voor het kind van belang is of in deze situatie van tel is. Het contrast met juf Agnes toont zich ook en vooral in de stem, de houding en de gebaren.
Regels zijn nodig evenals het volgen ervan, daar is geen twijfel over mogelijk, DOCH :
1° Sommige situaties VRAGEN een regelonderbreking om ‘juist te kunnen handelen ( zie Nora die niet direct naar de klas wil omdat ze haar broertje wil helpen) en
2° Bij al die regels kan je de vraag stellen of die wel REDELIJK, zinvol en ja zelfs correct zijn. Hoe zijn die er gekomen zijn en waartoe dienen die (nu nog ?).
Als we aan een democratische school of aan democratie op school willen werken dan moeten we o.i. ook daar werk van maken en de vraag stellen of het ‘beregelen’ van het samenleven op school niet moet gebeuren via een vorm van egalitair beraadslagen waar de stem van de kinderen evenzeer van tel is.
We komen nog even op Nora en Agnes , meer bepaald op de trapscène waar Agnes op vraag van Nora tussenkomt om een verdere escalatie van het pesten van Abel te voorkomen. In die scène wordt veel zichtbaar. Eerst en vooral hoe Agnes reageert op het brutale onbeschofte antwoord van de pester die stelt dat zij niets aan hem te zeggen heeft. Echter, Agnes – duidelijk geschokt – gaat niet direct in op deze provocatie, doch laat het ook NIET passeren. Ze laat niet over zich heen lopen en zegt : “ Ik wil je tijdens de pauze spreken “.
En dan komt de juf van de klas van de pester de trap afgedaald en vraagt luidop (schel) “ Wat is hier aan de hand “, waarop de pester de onschuldige uithangt en juf Agnes het verwijt toestuurt hem te viseren terwijl hij “ toch niets gedaan had !!??”. en daar stopt het dan, de rij gaat verder de trap af en de Juf van de pester gaat zonder nog om te zien naar Agnes met de rij mee...Agnes wordt door de collega overruled.
Deze scènes breng ik onder de aandacht om te stellen dat het bij het verzorgen van de kwaliteit van het samen leven – het sociale – in wezen niet enkel om deze of gene persoon gaat, maar om een onderliggende grondhouding die het gehele samenleven draagt en schraagt. Het gaat om een schoolcultuur , een sfeer of ambiance van aandacht en toewijding die voelbaar is ..bv aan de schoolpoort, in de refter, op de speelplaats, in de klas....maar ook in de leraarskamers, en in de interacties onder de collega’s. Agnes kan misschien het verschil maken voor Nora en nog een paar kinderen, doch om als school het verschil te kunnen maken bij het opbouwen van een egalitair en kansenscheppend samenleven moet ieder vanuit deze grondhouding aanwezig zijn en moeten er mogelijkheden zijn – contexten, afspraken - om dit telkens weer waar te maken.
Daarmee is tevens gezegd dat, hoe sterk ook de lerarenopleiding zou inzetten op de kracht van ‘afstemmen” , dit ontoereikend is. De leerkracht komt immers in een vooraf gestolde schoolcultuur terecht en kan – uitzonderingen niet te na gesproken – deze niet door ‘ander’ gedrag een andere plooi geven, het meest waarschijnlijke is dat hij/zij zichzelf daarnaar plooit ...
Elkaar helpen,
Het pesten trekt zeker de aandacht. Uiteraard. Doch we zien ook een natuurlijke coöperatieve en elkaar helpende interacties onder de kinderen en bij Nora op de speelplaats (de spelsituaties ) of tussen de lessen door ( helpen met veters strikken, troosten , ..) of in de refter en zelfs tijdens de les. We zien, naast pesten en afwijzen onder elkaar ook een spontane gerichtheid op samenwerken en op elkaar helpen.
Dit contrasteert fel met de puur individu- gerichtheid waarvan we getuige zijn tijdens de lessen .
Ik zou hier dan ook met Richard Sennett willen stellen dat de school, meer bepaald het formeel schoolse en het klassikale leerklimaat de spontane gerichtheid op samenwerken en elkaar helpen eerder tegenwerkt dan bevorderd . Op sociaal vlak worden de kinderen op school ontschoold – dixit Sennett – met als effect dat zo een oncoöperatief zelf wordt geproduceerd; , een zelf dat uitermate goed geschikt is om te overleven en om het waar te maken in onze samenleving die erg inzet op individueel presteren, excelleren en, mateloos consumeren.
Eén van de redenen om een hard pleidooi te houden voor project gebaseerd onderwijs ( zie Meirieu) of voor coöperatief atelierwerk ligt nu net bij dit punt. Het maakt samenwerken mogelijk en zelfs noodzakelijk; een samenwerken waarbij ieder zijn eigen inbreng kan doen en zo als een gelijkwaardige en waardevolle ( waarde – krijgende) participant zijn of haar bijdrage kan doen.
tot slot
Tot slot nog volgende bedenking. Ik heb de aandacht gevraagd voor het ‘gedrag’ van de professional – leerkracht, opvoeder – en voor het schoolklimaat waarin deze is ondergedompeld. Die “actoren’ zijn inderdaad van het allergrootste belang. ECHTER Iedere school is ook ingebed in een bredere maatschappelijke context ( horizontaal) - ( ouders, raden, andere scholen, ondersteunende diensten )...en is tegelijk een onderdeeltje van een complex schoolsysteem – (vertikaal)
Dit laatste- dit systeem kreeg en krijgt vorm vanuit een bepaalde logica- een geheel van aannames, overtuigingen die niet bevraagd en zelden ter discussie gesteld worden..Karel zal net op dit punt ..
Un Monde - Reflecties bij de film – Gie Deboutte. 7 maart 2023
Laura Wandel plaats ons midden de dynamiek en ervaring van het pestgebeuren. Ze toont de ruwheid van een wereld waarin dit type conflict zich manifesteert. We zien, voelen, horen en beleven haast zelf wat pesten is en wat het teweeg brengt.
Zo dadelijk formuleer ik drie persoonlijke dwarsdoorsneden die me opvielen bij het ‘ondergaan’ van de film.
1ste dwarsdoorsnede – Pesten violeert. Pesten tasten een grondrecht van elk kind: het recht om er als unieke persoon te mogen zijn, het recht op een optimale leer- en groeikansen, het recht op een geweldvrije leeromgeving.
De pesterijen die Abel ondergaat,
- zaaien twijfel in z’n hoofd en tasten z’n veerkracht aan: wie ben ik? Wat is er mis met mij? Waarom hoor ik er niet bij? Hoe kan ik me uit dit kluwen van kwetsing bevrijden? (zelfvertrouwen en zelfwaardengevoel gaan onderuit)
- zorgen er voor dat Abel de voeling en band met zichzelf verliest: Abel wordt pester…, Abel komt in conflict met z’n zorgzame zus, Abel durft niet zeggen wat op hem weegt, …
- duwen hem in de richting van gewelddadig gedrag tegenover anderen
- verhinderen dat hij zich kwetsbaar en toegankelijk opstelt (verharding van de eigen binnenkant – optrekken van een muur rond wat hij echt voelt, wilt en ervaart).
Onderzoek toont op overtuigende wijze aan hoezeer pesterijen het zelfvertrouwen, het kunnen en durven, de veerkracht van kinderen en jongeren ondermijnen. Vaak met levenslange gevolgen.
2de dwarsdoorsnede – Pesten slaat in als een clusterbom
Pesterijen zorgen er – ook in deze film – voor dat er, vertrekkend vanuit het herhaaldelijk kwetsend gedrag van anderen en versterkt door het afwezig blijven van steun en erkenning – in meerdere opzichten brokken worden gemaakt:
- we zoomden zonet al in op de schade en pijn bij Abel: slachtoffers van volgehouden pestgedrag lopen een groter risico op lange termijn schade: onaangepast schools gedrag, onderpresteren, afhaken, betrokkenheid in ruzies en conflicten … in combinatie met een verhoogd risico op (ook ernstige) gezondheids- en gedragsproblemen en vereenzaming/meer risicovolle contacten met anderen, zelfdoding, …
- de pesterijen verstoren vervolgens ook andere fundamentele relaties (nodig voor het gezond opgroeien), m.n.
- de relatie van Abel met zijn zus
- de relatie van Abel met zijn papa (en dus het hele gezinspatroon)
- de relatie van Abel met zijn leerkracht(en)/juf
- ten slotte intoxiceren de pesterijen de ruimere schoolomgeving (lessen, speelplaats, zwemlessen, het naar/van de klas gaan, …): verruwde omgang, venijn, fysiek geweld, …
3de dwarsdoorsnede – Pestgedrag gebeurt onder onze ogen maar we zien het vaak niet of te laat en ook dat doet kinderen zwijgen.
We stellen vast dat bijna 1/3 van onze Vlaamse 11-12-jarigen gepest wordt (tijdens de laatste paar maanden). 1/5 van de 11- tot 18-jarigen noemt zich slachtoffer van pesten.
Dit cijfer verrast en maakt ook duidelijk dat vele slachtoffers en pesters buiten beeld blijven. Zowel van hun leerkrachten als van hun ouders. Dat komt o.m. omdat teveel kinderen en jongeren niet over hun pestervaringen durven/willen praten.
Deze film schokt en grijpt ons aan omdat we de binnenkant van het pesten onvoldoende kennen. Als we beter toekijken, aandachtiger luisteren, kinderen en jongeren echt op verhaal laten komen, zullen ze ons sneller in vertrouwen nemen en hoeven ruzies niet te escaleren. Hoe vroeger we erbij geraken, hoe sneller we kunnen reageren en hoe groter de kans op succes. Abel blijft helaas alleen achter. Hij werkt zich ook daardoor nog dieper in nesten. Zijn eenzaamheid vergroot. Het valt op hoe machteloos ook zijn omgeving is.
In de film blijven de (potentiële) volwassen steunfiguren op afstand. Abel, noch Nora staan er opvallend alleen voor. Ook leeftijdsgenoten laten niet van zich horen.
Leg je deze drie dwarsdoorsneden bij elkaar dan wordt duidelijk hoe belangrijk het is dat we
- zowel individueel als collectief doortastender moeten zijn: gezinnen, scholen, internaten, sportclubs, jeugdbewegingen, vakantiekampen, speelpleinen, … moeten plekken zijn waarin elk kind er onvoorwaardelijk bij hoort;
- dubbel hard werk maken van het aanwezig brengen en betrekken van nabije en betrokken steunfiguren in de omgeving van (zeker de meest kwetsbare) kinderen en jongeren
- alle kinderen en jongeren vanuit onze voorbeeldrol als volwassenen stimuleren in hun sociaal-emotionele ontwikkeling, in het niet-polariserend maar verbindend communiceren en in het er leren zijn voor elkaar.
Un monde. Nabespreking Karel De Vos. 7 maart 2023
Met de titel “un monde” snijdt de film een moeilijke en ongemakkelijke dimensie van pedagogische praktijken zoals onderwijspraktijken aan, die ook aanwezig is in andere pedagogische praktijken zoals hulpverlening, kinderopvang, vrije tijds initiatieven.,
De dimensie die ik hiermee wil aangeven is de spanning die er altijd wel is tussen de bedoeling van die praktijken en wat zich direct afspeelt. Het is schokkend om getuige te zijn van dat geweld tussen kinderen ten overstaan van waar een school eigenlijk voor staat: hun iets waardevols bijbrengen voor de toekomst, dat hun in staat stelt een waardig leven in de samenleving te leiden. En daarmee zitten we midden in de spanning waar ik net op wees: bedoeling van onderwijs, hulpverlening, zorg is kinderen in staat te stellen in de wereld te komen, zich die eigen te maken en er wat aan bijdragen, terwijl terzelfdertijd wat zich hier en nu afspeelt dat helemaal tegenspreekt: op het eerste gezicht is het hier en nu een andere gewelddadige wereld, gebaseerd op het recht van de sterkste, met een eigen pikorde. En dat is tragisch, want hoe kan je je hiermee als kind, of zelfs als volwassene verhouden?
In die zin is de film voor mij meer een probleemstelling dan een stelling. Het probleem waarmee we geconfronteerd worden is dat in instituten die ingericht worden om het leven van kinderen te verbeteren, tegelijk ook destructieve krachten wakker gemaakt worden die dat onderuithalen.
Het lijkt erop dat die twee werelden (de formele wereld van heg instituut) en de informele wereld (die van de kinderen) niets met mekaar te maken hebben, toch kan je er niet omheen dat die onofficiële wereld deel uitmaakt van de wereld die met het instituut, de school, de voorziening, kinderopvang enz. Ingericht werd
Dat roept de vraag op wat geweld en het recht van de sterkste te maken hebben met de inrichting van onderwijs, hulpverlening, kinderopvang. En daar komen we dan op het domein van de impliciete en soms expliciete pedagogische finaliteiten: beter zijn dan de anderen, concurreren, excelleren, zich gedragen zoals verwacht wordt, zich onderwerpen aan wie het beter weet zelfs op basis van diagnostiek, enz, kunnen als evenzovele uitingen van het recht van de sterkste ervaren worden en uitgedrukt worden.
En voor mij zit de uitnodiging van de film daarin: ons daarvan bewust zijn en er ons mee verhouden. Dat wil zeggen dat als we het over een “democratische” school willen hebben of over democratie in instellingen en voorzieningen, dat we alert moeten blijven voor dynamieken die hiërarchiseringen installeren op basis van macht en kracht, en dat we daar iets tegenover moeten kunnen stellen.
Daar bestaat niet echt een recept voor, maar vraagt wel dat we continu alert zijn om onze settings zo in te richten dat we responsief kunnen blijven vanuit gelijkwaardigheid, en dat ook voelbaar kunnen maken.
Maak jouw eigen website met JouwWeb